Een stad is de opwindende geur van wat er leeft:
een eeuwenoude beerput die men vond. Altijd al
archeoloog willen worden, wroeten in stront
van 400 jaar oud – wat voorbij is leeft pas echt
Wat een zilversmid wegsmeet wordt gekoesterd,
de ring van wie zijn huwelijk afdeed is plotseling
waardevol. Deze stad heeft waardevolle mest,
geschiedenis is de rente van het verlies van alles
Dus geef alles wat je hebt, en alle weerklank is dof
vallen van modder, lof der zotheid. Vergeet
je liefde, kies de muze, verlies alles en deze stad
maakt er stront van. Over 400 jaar graven ze het op,
houden het als goud in de lucht: ik ken de geur van zulk
leven, het smaakt bedorven, riekt naar de dood
© Hanz Mirck
11 maart 2007