In de winter
geknot, geteend, verzaagd,
alleen nog stramme stammen
krom en bleek als de voorouders
liggend in koude kisten,
hun ondergronds gemor
als woedende vuisten gebald
omhoog uit de zwarte aarde
maar in de lente
doen ze scheut voor scheut
heel voorzichtig hun handen open,
spreiden ze hun lange armen
naar de wereld en wijzen
met groene vlaggetjes
aan hun trillende vingers
rechtstreeks naar de hemel
© Otteline van Panthaleon van Eck, stadsdichter Zutphen 2019 -