Generaties
Drie kaardebollen stonden deze zomer
bij een bank waarop ik vaak vertoefde.
Op zonnige momenten en bedroefde,
in ‘n binnentuintje van een stadse dromer.
Drie stengels fier en recht schoten omhoog en
groeiden in april al richting mei.
Ze stonden met zijn drieën op een rij,
al heel verleidelijk voor hommel-ogen.
De lente was voor hen goed warm geweest;
met and’re planten hadden ze staan zonnen.
De voorpret voor de bloei was nu begonnen.
‘t Was de perfecte opmaat tot een feest.
Dat feest ving aan in juni en was paars.
De drie verkleurden tegelijkertijd:
vanuit het midden bloeiden ze verspreid
naar boven én beneden. Plots: iets zwaars
viel er voor het oog áf van de ovalen
en maakte plaats voor lichtheid, vreugde, bloei.
Dromer en ik, we zagen toen het vloei-
end lila opstijgen én dalen.
Betoverend was in de augustusdagen
de volheid van de kleur, met zonnestralen.
We bleven in dat kleine tuintje dralen.
We konden ook een regenbui verdragen.
De tweejarige kaardebol, bebloemd
stond in de tuin te pronken – volle glorie.
Doch snel, zo wisten we, was het historie:
ze waren tot verval, vergaan gedoemd.
September was het over. De drie-op-rij
veranderden in bruine silhouetten
niet onaardig, als je erop zou letten,
maar de hoogtijdagen waren écht voorbij.
Ze hadden netjes, in de tussentijd,
gezorgd voor zaden om zich heen, nu nog verborgen.
Die, als de winter straks voor bij is, zullen zorgen
voor nageslacht - volmaakte duurzaamheid !
© eke mannink, stadsdichter Zutphen.
Voor een brainstormsessie over de toekomst van Centrum voor Duurzaamheid De Kaardebol heeft de stadsdichter dit gedicht geschreven. Ter inspiratie, voorgedragen tijdens de lunch.